Luc De Neef en Sonja Moens

Meldert (Oost-Vlaanderen)
Luc en Sonja baten een preibedrijf uit, doen aan groene zorg en landbouweducatie en baten een hoevewinkel uit.

Sonja Moens en Luc De Neef baten in het Oost-Vlaamse Meldert, bij Aalst, een preibedrijf uit. “Omdat schaalvergroting voor ons niet de oplossing is, sloegen we enkele jaren geleden de weg van de verbreding in.”

Ons Dagelijks Groen is een modern landbouwbedrijf met een eigen visie. Dat merk je aan zowat alles. Een jaar of zeven geleden was het een ‘gewoon’ preibedrijf zoals zo vele andere. Luc leidde het bedrijf, terwijl Sonja buitenshuis ging werken. “Eigenlijk was ik de mentaliteit die er in het bedrijfsleven heerst beu”, steekt Sonja van wal. “In de meeste bedrijven ontbreekt het gezond boerenverstand. Gebeurt er daar iets, dan wijst iedereen naar mekaar zonder verantwoordelijkheid te nemen. Op een landbouwbedrijf moet de boer creatief zijn en zelf oplossingen vinden. We stonden op een keerpunt in ons leven en hadden twee opties: voortdoen zoals we bezig waren of een totaal andere richting uit slaan. Het werd het laatste.”

Prei tot in Japan

“Prei bleef de hoofdteelt, maar daarrond wilden we drie pijlers uitbouwen: Groene Zorg, een hoevewinkel en landbouweducatie. Met groene zorg waren we al een tijdje bezig. Elke dag zijn hier jongeren en ouderen aan het werk als hulpboer. Het gaat om mensen met een handicap of studenten die een time-out nodig hebben. Hier komen ze tot rust en vinden ze een zinvolle tijdbesteding. Ze kunnen werken met de dieren, helpen ze op de demo-akker of gaan ze al eens mee het veld op met de tractor. Allemaal op hun eigen tempo. Ook langdurig werklozen met een PWA-statuut kunnen hier aan de slag.”

Eigenlijk doen wij wat de boer honderd jaar geleden ook al deed, maar dan op een hedendaagse manier.

Sonja Moens

Ons Dagelijks Groen produceert ook prei voor een nichemarkt en dat gebeurt op een duurzame manier. “Zo gaat een deel van onze productie naar Japan. Ons gangbaar lastenboek, Global-Gap dat een duurzame teelt nastreeft wordt aangepast aan de Japanse normen. Hierdoor voldoen wij zowel aan Europese als Aziatische normen, wat neerkomt op een verstrenging van de regels. Op onze demo-akker telen we ook aardappels, pompoenen, komkommers, tomaten, rabarber, knoflook en courgettes die we in onze hoevewinkel verkopen. Dat is een ‘stop and go’-winkel met automaten. We verkopen onze groenten, maar ook producten van een viertal andere collega’s-producenten. Aan de producten die we hier verkopen moet een verhaal verbonden zijn, ze moeten lekker, gezond en duurzaam zijn. De hoevewinkel is niet bemand. Geld steek je ofwel in de automaten of in de offerblok voor de losse producten.

De laatste pijler omvat landbouweducatie. Zo ontvangen Luc en Sonja geregeld scholen voor een van hun vele arrangementen. “Het is ons doel om de consument weer dichter bij de oorsprong van zijn voedsel te brengen. De kinderen kunnen hier zelfs terecht voor verjaardagsfeestjes of voor een familie-uitstap. We gaan dan naar de demo-akker, volgen het geitenparcours, knuffelen en voederen de eenden en kippen. En als het ’s zomers regent dan gebruiken we een rabarberblad als paraplu. Overal vertel ik een verhaal en als de kinderen naar huis gaan hebben ze heel veel bijgeleerd. Eigenlijk doen wij wat de boer honderd jaar geleden ook al deed, maar dan op een hedendaagse manier.”